Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERSPREUKEN

FEBRUARI


Bening, Simon; ca 1515; Da Costa Hours; Brugge
Morgan Library & Museum

GEDICHT

 

t Is koud, de winden bijten;
't is koud, de boomen splijten;
de booze wind giert:
hij heeft de zonne ontvierd.

(Guido Gezelle)

Is Januari traag van gang
De tweede maand duurt ons nooit lang.
Het lengen gaat nu merkbaar voort,
Wij kloppen aan de lentepoort.
De tweede (dat is "Vrouwendag")
Plant zogezegd de lentevlag.
Het slapend leven wordt weer wakker,
De tuinman spit weer in zijn akker.
Het dampgordijn wordt weggeschoven,
Wij zien herademend weer naar boven.
Toch is de winter nog niet oud,
Het is gedurig nog zeer koud.
Het vriest soms fel, en zoveel graden,
Als men op 't oog niet eens zou raden.
Bij al die helderheid - heel gek,
Is er aan sneeuw toch geen gebrek.
De laatste week is werkelijk,
In deze maand opmerkelijk.
Niet zelden is het dan zo fijn,
Dat men zich waant in Mei te zijn.

(P. de Haas)

 

 

WEERSPREUKEN FEBRUARI

 
Vriezende januari, natte februari,
droge maart, regen in april,
is de boeren hunnen wil.
Zoet weer in de kortemaand,
is niet gelijk wat het betaamt,
De boer zegt: "Het en mag en mag niet zijn,
het doet pijn aan het venijn".
   
Februari met veel sneeuw,
een droge maart en een natte april,
voorspellen een goed jaar.
Een warme oktober, een koude februari.
   
Een veel te vroege lente,
geeft brood zonder krenten.
Warme oktober dagen,
februari met koude vlagen.
   
In februari ziet de boer liever een hongerige wolf,
dan een man een hemdsmouwen.
Unne boer en un vèrke knorren altied.
   
Groeit in februari het gras,
met Pasen een dikke jas.
Als de boeren niet meer klagen,
de pastoors niet meer vragen,
zijn we aan het eind der dagen.
   
Als kortemaandeke teveel op maarte trekt,
de boer een scheve muile trekt.
In februari klagen de boeren het minst.
   
Muggetjesdans in Sprokkelmaand,
boerkens wacht uw hooitas.
Februari wintert nooit zo fel,
of hij geeft zijn 3 (of 5) schone dagen wel. 
   
Blazen de muggen in februari alarm,
houd dan in maart de oren warm.
Sprokkel is nooit zo wreed en snel,
of ze levert haar 3 (of 5) zomerse dagen wel.
   
Als februari de muggen zwermen,
moet men in maart de oren wermen.
Februari is nooit zo goed,
of het vriest een voet en sneeuwt een hoed.
   
Februari muggendans,
geeft voor maart slechte kans.
Niets wordt van de lente verwacht,
als februari is te zacht.
   
Gaan de mieren aan het garen,
wacht u vorst en koude nachten.
Is februari zacht,
de lente brengt ons vorst bij nacht.
   
Gaan de mieren al aan het garen,
in de tweede maand van het jare.
Zeker moogt ge vast verwachten,
late vorst en koude nachten.
Januari nevel tocht,
Februari kil en vocht.
   
Een donkere februari maakt ook goede oogst. Komt februari met goed weer,
dan vriest het in het voorjaar des te meer.
   
Februari kil en nat,
koren in 't vat.
Februari zacht en stil,
dan komt de noordenwind in april.
   
Natte februaar,
brengt een vruchtbaar jaar.
Ligt de wind in februari stil,
dan komt hij zeker in april.
   
Kortemaand is dikwijls het stortemaand.
Veel stortregens.
Als de noordenwind in kortemaand niet blazen wil,
zo blaast hij zeker in april.
   
Februari regen,
is de landmans zegen.
Blijft de storm in febrauri raar,
beschut u dan in april voorwaar.
   
Februari nat,
vult schuur en korenvat.
Komt in sprokkelmaand de winter niet,
hij is voor Pasen in 't verschiet.
   
Febrauri mist,
hooi in de kist.
Regen in kortemaand,
vries in maartemaand.
   
In februari sneeuw en regen,
betekenen goddelijke zegen.
Is februari nat en koel,
dan is juli dikwijls heet en zwoel.
   
Regen in februaar is mest op de akker. Schijnt morgenrood haar tegen,
dan dreigt februari met veel regen.
   
Sprokkelmaands regen,
is grasmaand zegen.
Als de kat in februari in de zon ligt,
moet zij in maart weder achter het vuur.
   
Ruwe wind in februaar,
duidt steeds op een vruchtbaar jaar.
Als de R is in de maand,
is het weer niet altijd meegaand.
   
Als in februari de hagen likken,
zullen de hooiwagens kwikken.
Sprokkel komt verklaren,
dat men hout en kool moet sparen.

Schrikkeljaar
In een schrikkeljaar verandert iedere vrijdag het weer. Schrikkeljaar, koud jaar.
   
Op schrikkeldag, gaat de zon vaak overstag.
 

MERKELDAGEN

 

02 feb

MARIA LICHTMIS

Met Maria Lichtmis warme zonneschijn,
er zal meer sneeuw, ijs en vorst dan van tevoren zijn.
Op Lichtmis ziet de boer liever een wolf in z'n stal dan de zon.
   
Maria, zo zij kerkgang doet met helder zonneschijn,
't zal vriezen en nog kouder als tevoren zijn.
Lichtmis vroeg de zon aan de toren,
dan gaat al het vlas verloren.
   
Lichtmis helder en klaar,
twee winters in een jaar.
Leechmis klaar en helder, sjint den boer de velder.
Lichtmis klaar en helder, schendt de boer zijn velden.
   
Lichtmis helder en rein,
het zal een lange winter zijn.
Als de zon met Lichtmis op de kaarsen schijnt,
dan mogen de boeren gerust wel klagen.
   
Lichtmis helder en klaar,
er komt nog veel sneeuw voorwaar.
Es mit Leechmis de zon op de keertse sjient,
dan mot de sjè-eper de oè-erte bewaren.
Als de zon met Lichtmis op de kaarsen schijnt, moet de scheper zuinig zijn op het wintervoer.
   
Schijnt met Lichtmis de zonne heet,
dan komt er nog veel sneeuw en leed.
Lichtmis helder,
de boer in de kelder.
   
Schijnt de zon op Lichtmisdag,
nog meer ijs dan er al lag.
Lichtmis helder en klaar,
de boer een bedelaar.
   
Met Lichtmis valt de sneeuw op een warme steen.
Gevallen sneeuw blijft niet lang liggen.
Lichtmis klaar en hel,
zo is de boer een arme gezel.
   
Als te Lichtmis de zonne schijnt door 't hout,
is het nog wel zes weken koud.
Als met Lichtmis de zon brand,
Komt de schaarste in het land.
   
Schijnt Maria Lichtmis de zon door de toren,
komt er nog net zoveel kou (of sneeuw) na als van tevoren.
Lichtmis duister en donker,
zo is de boer een jonker.
Maar Lichtmis licht,
de boer een knecht.
   
Geeft Lichtmis zonneschijn,
dan zal 't later winter zijn.
Lichtmis donker,
maakt de boeren pronker.
   
Schijnt de zon met lichtmis hel,
komt vaak vorst nog streng en hel.
Lichtmis donker met regen en slijk,
maakt alle boeren rijk.
   
Zont de das zich op Lichtmis dol,
hij kruipt vier weken weer in z'n hol.
Met Maria Lichtmis triestig weer,
is goed voor boer en heer.
   
Zolang de leeuwerik voor Lichtmis zingt,
zolang na Lichtmis zijn lied niet klinkt.
Lichtmis donker en nat,
vult de boer zijn vat.
   
Soo veel daeghen als den leeuwerick voor Vrouwe Lichtmis singht, swijght hij daernae.
Lichtmis schoon en klaar,
geeft een vruchtbaar jaar.
   
Voor Lichtmis leenwerikgezang,
duurt niet lang.
Maria Lichtmis schoon en klaar,
geeft een goed bijenjaar.
   
Met Lichtmis klimt de leeuwerik een ploegstaart hoog. Als met Lichtmis de zon schijnt op het altaar,
wordt het een goed bijenjaar.
Met Lichtmis klimt de leeuwerik op de horst. Maria Lichtmis helder en klaar,
geeft een vruchtbaar roggejaar.
   
Als 't met Lichtmis waait en stormt,
is de lente dra gevormd,
maar blijft het weder klaar en hel,
dan komt het voorjaar niet zo snel.
Als met Lichtmis de doornhagen likken,
dan zullen de karren kwikken.
Karren zullen de oogst met moeite kunnen dragen, er wordt een goede oogst verwacht.
   
Woedt op Lichtmis sneeuw en wind,
de lente komt gezwind,
maar is het weder schoon en klaar,
dan is de lente niet zo naar.
Als de zon met Lichtmis op de toren schijnt,
wordt het een goed bijenjaar.
   
Storm en sneeuw met Lichtmis,
komt de lente vroeg gewis,
blijft het echter heldere lucht,
dan is de lente weggevlucht.
Als met Lichtmis de zon door de boomgaard schijnt,
zal het een goed appeljaar zijn.
   
Hebt voor het weder goede moed,
als het op Lichtmis stormt en woedt.
Als te Lichtmis de zon op het misboek schijnt,
is het een teken dat de winter verdwijnt.
   
Als het op Lichtmis stormt en de sneeuw komt vallen.
dan wacht de tijd niet een lentelied te schallen.
Als te Lichtmis druppeltjes aan de doornhagen hangen,
is 't schoon vlas te wegen.
   
Brengt Vrouwe Lichtmis sneeuw en wind,
weldra de lente begint,
maar brengt zij klaarte mee,
komt de lente niet gedwee.
Drupt met Lichtmis de hagedoorn,
een goed jaar voor het koorn.
   
Brengt Lichtmis wolken en regen mee,
is de winter voorbij en komt niet meer.
Als met Lichtmis de doornboom lekt,
dan drinken de vetweiders wijn.
Vetweiders zijn veefokkers. Als zij het goed hebben drinken ze na de slacht wijn.
   
Als met Lichtmis de kaarskes door de sneeuw lopen,
gaan de koeikes vroeg naar de wei.
Als met Lichtmis 't zonneke brandt,
komt er schaarste op het land.
   
Geeft Lichtmis klaverblad,
Met Pasen bedekt sneeuw het pad.
Na Lichtmis zijn de dagen zover gelingd,
als een haan over een karrenspoor springt.
   
Lichtmis donker, asdag klaar,
Geeft een vruchtbaar jaar.
 

03 feb

BLASIUS

Als 't op St. Blasius regent of waait,
zeven weken dat de wintermolen draait.
Blasius is een koud manneke,
Apollonia (9 februari) een koud vrouwke.
 

05 feb

AGATHA

Water op St. Agatha, is melk in de boterkarn Het weer van Agathe,
is het weer van Beate (Beatrix: 29 jul).
 

06 feb

DOROTHAE

St. Dorothee,
brengt meestal snee.
De Heilige Dorothee,
waadt graag door de snee
 

07 feb

ROMALDUS

Romaldus storm en blazen, 
zal in mei het vee doen grazen.
 

09 feb

APOLLONIA

Apollonia komt binnen met een witte hoed,
of met een hoge vloed.
Voor de oogst is het altijd goed,
als Apollonia waaien doet.
 

10 feb

 

Op februari tien,
houdt de winter het voor gezien.
 

12 feb

GERTRUDIS

Op St. Geertruid,
komt de warmte de grond uit.
 

13 feb

AMANDUS

St. Amaan, 
trekt het zaaikleed aan.
 

14 feb

VALENTIJN

Dits de dach van Sente Valentine,
op dien dach kiesen voghelkine hare ghenoete in den wouden.
ghenoete = partner
Is het bos met St. Valentijn in het wit gehuld, 
dan zijn weiden en akkers van vreugde vervuld.
   
Zonneschijn op St. Valentijn,
geeft goede wijn.
Dooi op St. Valentijn,
doet veel water in de wijn.
 

17 feb

SILVERIUS

Klaar weer op St. Silvijn,
het kan nog twee maanden winter zijn.
 

22 feb

PETRUS STOEL TE ANTIOCHIË

Petrus Stoel heft de lente aan,
de zomer brengt ons St. Urbaan (25 mei).
De nacht St. Pieters stoel duidt aan,
hoe veertig dagen het weer zal staan.
   
Als St. Pieter sijne Stoel plant,
dan commen d'oijevaers weer in 't land.
Dit is wel aan de zeer vroege kant!
 

24 feb

MATTHIAS

St. Matthijs werpt de eerste steen op 't ijs. St. Matthijs vindt ijs, of brengt ijs.
   
St. Matthijs werpt een gloeiende (of hete) steen in 't ijs. Als St. Matthijs geeft sneeuw en ijs,
dan kan men verwachten,
het zal vriezen nog veertig nachten.
   
St. Matthijs breekt het ijs. St. Matthijs brengt sap in het rijs,
en maakt of breekt het ijs.
   
St. Matthijs breekt het ijs,
maar als het ijs niet breekt,
ligt het nog veertig dagen op't voorjaar te wachten.
Dits de dach van Sinte Matthijs,
up desen dach, des zyt wys,
so comt de soeten lente in,
die es des somers broederkin.
   
St. Matthijs breekt het ijs,
maar wil het ijs niet breken,
dan vriest het nog 6 weken.
Te St. Matthijs,
zag men sneeuw nog ijs,
maart op half meert,
reed men op de Schelde te peerd.
   
St. Matthijs breekt het ijs,
en als hij geen ijs ontmoet,
hij het vriezen doet.
St. Matthijs geen ijs,
einde maart met paard en kar op't ijs.
De 2 bovenstaande spreuken gaan wellicht terug naar de winter van 1674.
   
St. Matthijs breekt het ijs,
vindt hij op't water geen brug,
dan heeft hij die brug op zijn rug.
 

25 feb

WALBURGIS

Regen in St. Walburgisnacht,
heeft steeds de kelder vol gebracht.
 

28 feb

ROMANUS

St. Romanus hel en klaar,
wijst op een vruchtbaar jaar.