Bening, Simon; ca 1515; Da Costa Hours; Brugge
Morgan Library & Museum
GEDICHT
Vergankelijk is toch alles! Ach,
uw' bladerkroon,
o boomgewas, en blijft maar half,
een uurken schoon;
en, hoe zij verscher, vroegertijds,
was opgetooid,
hoe vuilder ne ze in 't vuile zand,
is afgestooid!
(Guido Gezelle)
't Ontzet van Leiden is op hand.
Dan is 't goed weer, geen last van koude,
Men kan heel goed een optocht houden.
Als dan 't geboomt' verkleurt en ruit
Dan zegt men weder: "nu is 't uit".
Maar men is maar een suffe dromer,
Want nog komt er een stukje zomer.
De herfstkleur is een lust voor 't oog;
't Gevallen blad is kurkdroog.
Een dominee met een herfstpreek,
Moet wachten op de vierde week.
't Eerst van alles komt er dit:
In eens is 's morgens alles wit.
"Het heeft zowaar van nacht gevroren";
Het steekt des morgens in je oren
Dan komt de omslag: opgelet!
De zomer wordt schaak-mat gezet.
Wat aangaat de temperatuur,
Den negentiende is het geur.
Dan kijkt men vragend naar de haard;
Een vuurtje was nu wel wat waard.
Doch weet g'u dan nog te bedwingen,
Dan kunt ge het nog lang uitzingen.
Begin November is 't weer zacht,
Zodat ge om de kachel lacht.
Als dan de kou ons wat komt kwellen
Dan hoort ge ook al gauw vertellen:
"Profeten zeggen met gewicht,
Een strenge winter is in 't zicht.
De zwaluw die zo vroeg vertrekt;
Diep in de grond graaft het insect;
De wolf brengt al in Rusland schrik;
Een wijf las 't in het koffiedik."
Al die profeten eten brood;
De kwakkelwinter brengt geen nood.
En gaat het naar 't gewoon recept,
Dan wordt er niet meer van gerept.
Maar gaat het wintren, onderbroken,
Dan heeft men er juist niet van gesproken.
(P. de Haas)
WEERSPREUKEN OKTOBER
Oktober vijs,
november grijs,
december ijs.
Is oktober warm en fijn,
het zal een scherpe winter zijn;
maar is hij nat en koel,
’t Is van een zachte winter ’t voorgevoel.
In augustus zure druiven,
in oktober zoete wijn.
Oktober met groene blaân,
duidt een strenge winter aan .
Als de R is in de maand,
is het weer niet altijd meegaand.
Warme oktober dagen,
februari vlagen.
Blinkt oktober in zonnegoud,
de winter volgt dan snel en koud.
Oktober weer komt in maart terug.
Brengt oktober veel vorst en wind,
zo zijn januari en februari zeer mild.
Is oktober warm en fijn,
het zal een scherpe winter zijn.
Brengt oktober vorst en sneeuw,
men hoort des winters klaaggeschreeuw.
Is oktober nat en koel,
wordt de winter zacht en zwoel.
Veel vorst en sneeuw geeft een onbestendige winter.
In wijnmaands zon,
kent de winter geen pardon.
Blinkt oktober in het zonnegoud,
de winter volgt snel en koud.
In oktober veel regen,
voor het kerkhof altijd zegen.
Als het waait en vriest in de oktobernacht,
dan verwachten wij een januari zacht.
Als het in oktober dondert,
komt er een kwakkelwinter.
Een koude oktober, een zachte nieuwjaarsmaand.
Oktober brengt ons wijn en zonnige dagen,
maar ook jicht en andere plagen.
Zon in oktober,
maakt het allemaal wat minder somber.
MERKELDAGEN
01 okt
BAVO
Als het regent op Bamis,
dan komt er een natte Kerstmis.
Rijzen de blaren met Bamis,
een vruchtbaar jaar te wege is.
Als het regent op Sint Bavis,
regent het op Kerstmis.
01 okt
REMIGIUS
Met St. Remie, gère of nie, begint de winter
02 okt
ENGELBEWAARDERS
Engelbewaarder sta mij bij,
dan is de winter is gauw voorbij.
04 okt
FRANSISCUS VAN ASSISI
Vanaf Franciscusdag,
de boer zaaien mag.
05 okt
PLACIDIUS
Vergeet niet te bidden op St. Placied,
of het zal regenen dat het giet.
06 okt
BRUNO
Wie Bruno tart,
zijn koren wordt zwart.
07 okt
SERGIUS
Met Sergius, de winter begint.
08 okt
PELAGIA
St. Pelagie,
zonder hagel zie je haar nie
09 okt
DIONYSIUS
Regen met St. Denijs,
voorspelt een natte winter en weinig ijs.
St. Denijs,
geeft ook wel eens ijs.
Regen met St. Denijs,
voorspelt winterweer met weinig ijs.
Helder weer op St. Denies,
meldt gewoonlijk een sterke vries.
Goede Denijs,
geef ons vuur en weinig ijs.
11 okt
GUMMARUS
Treedt Gommarus met droogte in,
de zomer zal nat zijn in het begin.
Volgen op Gommarus natte dagen,
de zomer zal door nat mishagen.