Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERSPREUKEN

INLEIDING

Wij maken op onze homepage onderscheid tussen weerregels en weerspreuken. De weerregels zijn herleid uit vaste parameters zoals het gedrag van wolken, luchtdruk, wind, luchtvochtigheid en dergelijke. Deze kennen een bepaalde wetmatigheid. Bij de weerspreuken ligt dat anders. Hier gaan we uit van boerenwijsheid en de weerspreuken zelf zijn soms zeer dubieus voor het verdere verloop van het weer. De sectie met weerregels vindt u <hier>.

Wij zijn in onze huidige maatschappij maar verwend met ons vermogen om met redelijke betrouwbaarheid weerberichten op te kunnen stellen. Natuurlijk zitten de meteorologen er ook wel eens naast, maar de natuur laat zich nu eenmaal niet wet voorschrijven. Tot ver in de 19e eeuw moesten we het doen zonder het weerbericht. Maar onze vooronders stonden veel dichter bij de natuur dan wij tegenwoordig. Wij vervloeken het weer al als onze barbecue in de regen valt of blauwbekkend op het strand van Zandvoort staan terwijl er toch prachtig weer beloofd was. Hoe anders was dit vroeger. Slecht weer, van langdurige droogte tot hevige stortregens, koude of juist hitte kon de oogst laten mislukken met hongersnoden tot gevolg; waar tegenwoordig alleen de prijs van de groenten omhoog gaat in de super en niemand hoeft te verhongeren.
 Daarom zocht men vroeger al naar middelen om het weer te kunnen 'voorspellen'. Ook zocht men naar een bepaalde wetmatigheid. Dit vertaalde zich in weerspreuken, welke de landman enig houvast gaf in oogstverwachtingen of het weersverloop voor een bepaalde tijd. Veel van deze spreuken bevatten een kern van waarheid, anderen zijn soms vergezocht. Maar vrijwel altijd roepen de spreuken een verwachtingspatroon op van het komende weer.
 Weerspreuken zijn al letterlijk zo oud als de weg naar Rome. Op kleitabletten van de Assyriërs vinden we al weerspreuken. Onze spreuk "Kleine regen, stilt grote wind" dateert al van de eerste eeuw na Christus. Hier vinden we al een aanwijzing dat er altijd al over het weer gesproken is. Zeker, het succes van ons menszijn op deze aardkloot komt ontegenzeggelijk voort uit de drang om te overleven en te trachten de natuur om ons heen de baas te zijn. Veel spreuken zijn geënt of beïnvloed door (bij)geloof, sterrenwichelarij of een smeltkroes van een allegaartje met wat van alles wat.

ASTROLOGIE

Bij de Hondsdagen onder astrologie wordt al iets gezegd over de onzin van deze vorm van volksverlakkerij. Begrijp mij goed: Het zichtbaar worden van de Hondster (Sirius) in Egypte mag dan de jaarlijkse Nijloverstroming aankondigen, zij is er niet de oorzaak van. Dit is een toevallige samenloop van een astronomische verschijnsel en een klimatologisch effect. Uit de sterren kun je niet de toekomst lezen, laat staan het weer voorspellen.
 Toen de werken van de Oude Wereld in de late Middeleeuwen uit het Latijn vertaald werden naar de taal van de gebruiker konden deze ook kennis nemen van de astrologische geschriften uit die tijd. En mede door de vinding van de boekdrukkunst verschenen er almanakken met grote oplagen. Weerregels opgesteld vanuit astrologische principes werden ingepast in de belevingswereld. De spreuken van de maandag zijn wat dat betreft dubbelop. Maandag is al genoemd naar de maan, maar als het daarnaast ook nog eens volle of nieuwe maan is dan kun je wel inpakken.

BIJGELOOF

Slecht weer was er de oorzaak van een straf van God of Afgoden of het werk van duivelse machten en demonen. Door God of de Afgoden te aanbidden en/of offers te brengen kon het betere weer worden afgedwongen. De angst voor slecht weer was groot. Oogsten konden mislukken en dat betekende honger leiden of zelfs hongersnoden met veel sterfte.
 Gevallen engelen veroorzaakten bliksem en dat kon het beste bestreden worden met palmtak en gewijd water of je kon een kruis slaan. Zo was er voor slecht weer type wel een remedie.

RELIGIE

De oude volkeren op aarde zochten hun heil en troost in vele Goden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze een grote stempel gedrukt hebben op de maatschappij. Tegenwoordig vinden hun invloed nog terug in de namen van bijvoorbeeld de weekdagen en gekerstende christelijke feestdagen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onze voorvaderen ook Goden inriepen voor het weer. Zo hadden de Grieken als Weergod Zeus, de Romeinen deden het met Jupiter en de Germanen brachten offers aan Thor. De christelijke leer is niet anders. God is verantwoordelijk voor het weer. De onderstaande teksten maken dat nog eens duidelijk:

Job 37:6
Hij spreekt tot de sneeuw: Val op aarde neer;
Tot de regenstromen: Weest hevig.

Job 37:9-11
Uit zijn kamer komt de wervelwind,
Uit zijn voorraadschuren de koude,
Door de adem Gods wordt het ijs gesmolten,
De watervlakte in de boeien gelegd;
Het zwerk belaadt hij met dampen,
En spreidt zijn lichtende wolken uit.

Psalm 135:6-7
Jahweh doet wat hij wil,
In de hemel en aarde, in zeeën en diepten.
Hij laat de wolken verrijzen
Aan de kimmen der aarde;
Hij smeedt de bliksem tot regen,
Haalt de wind uit zijn schuren.

Ook de in recente tijd vinden we de diepe gewortelde angsten voor de elementen. De kerkklok van Venray, gezegend in 1643, bevat de volgende getuigenis:

De naem Jesus is mi gegeven.
Wie Jesum volcht sal euwelick leven
Gelijck die Apostelen hebben gedaen
Haeren arbejdt altoos met Jesu bestaan.
Blixem, haegel, donder can Jesu verdryven
Alle duvelen doet hij sidderen ende beven.

Veel weerspreuken zijn gekoppeld aan markeringen op de kalender. Vaak Heiligen die om een één of andere reden in de kerk werden vereerd. Hun devoties worden op vaste data gehouden en het weer omstreeks deze dagen bevatte een bepaalde karakteristiek. Onze voorgangers hadden dan wel geen begrip van hoge drukgebieden, depressies en van allerlei soorten fronten, maar wisten heel goed dat een ingezet weertype lange tijd kon aanhouden. We kunnen het tegenwoordig met statistieken bewijzen, maar de IJsheiligen waar in de Middeleeuwen ook al nachtvorstgevoelig. Een de landman, visser of schipper wisten dat een regenachtige zomer niet snel warm weer opleverde. De Regenheiligen, vrijwel alle Heiligen in juni, juli en augustus, zijn er een mooi voorbeeld van.