Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

HEILIGENKALENDER

ROMANUS (CA 400-460)

28 feb

Steeds op de vlucht om telkens maar weer verlaten plekken te zoeken om in eenzaamheid te belijden. Eerst in de Jura vond hij zijn stekje. Een grot, een stroompje en een paar bessenstruiken. Een aantal jaar later sloot Lupicinus zich bij hem aan en ze konden het goed met elkaar vinden. Maar de duivel had daar geen vrede mee en bekogelde hen met stenen tot beiden bont en blauw zagen. Moegestreden wilden ze vetrekken naar een andere grot, maar een oude vrouw hoonde hen toe: "Wat? Laten heilige mannen zich zo gemakkelijk verjagen door de duivel? Is hun gebed zo krachteloos?" Beschaamd gingen beiden terug en lachten de duivel de grot uit.
Gaandeweg kwamen er leerlingen, zodat er kloostergemeenschappen gesticht moesten worden. De rust was voorbij, op een pelgrimtochtje na. Tijdens een van die tochten wilden beiden overnachten in een grot, maar die bleek bewoond door melaatsen. Een geschrokken Lupicinus wilde rechtsomkeer maken, maken Romanus omhelsde de melaatsen en kuste hun wonden. Een wonderlijke genezing volgde. Prompt volgde toeloop uit het dorp die de wonderdoeners wilden aanschouwen.
Nadien kreeg Lupicinus de leiding over de kloosters en trok Romanus zich weer terug in zijn cel. Na zijn overlijden werd zijn graf een bedevaartsoord, wat het tot heden heeft behouden. Romanus leeft vooral voort in Duits en Frans sprekende landen. Veel plaatsen met Romain of Roman duiden op zijn naam als schutspatroon.