WEERSTATION VOOR KINDEREN

BEWOLKING

De weerkundige of meteoroloog schat de bewolking en gebruikt daarvoor een schaal in achtsten. Acht/achtste (8/8) is geheel bewolkt, vier/achtste (4/8) is half bewolkt. En een beetje weerman of -vrouw bepaalt ook de soort bewolking: bijvoorbeeld een mooie Bloemkoolwolk (Cumulus), Schaapjeswolk (Altocumulus), Buienwolk (Cumulonimbus), Windveer (Cirrus) of Veegwolk (Cirrostratus).

	Links boven: Mooiweer stapelwolk (cumulus) Rechts boven: Buienwolk (cumulonimbus) Links: Schaapjeswolken (altocumulus) Links onder: Windveren (cirrus) Rechts onder: Veegwolken met kring om de zon (halo) (cirrostratus)

VOORSPEL ZELF HET WEER

Ook als je de zelfgemaakte instrumenten gebruikt en naar de wolkenluchten kijkt, kun je een weersverwachting maken. We laten hier een aantal voorbeelden volgen aan de hand van de bovenstaande plaatjes:

Als de luchtdruk hoog blijft, is het ook morgen mooi weer. Vaak zijn er dan mooiweer stapelwolken te zien.

Komen er echter steeds meer windveren uit het zuiden of westen en worden die zo dik dat er een kring om de zon te zien is en daalt de barometer, dan wordt het slecht weer met regen of wind. De wind trekt dan aan uit het oosten, het zuidoosten of het zuiden. Vriest het in de winter, dan kan er eerst sneeuw of ijzel komen en gaat het later vaak dooien met regen. De wind gaat dan uit het zuidwesten of westen waaien.

Zie je een buienwolk in de ochtend in het westen met een regenboog, neem dan de paraplu maar mee, want in de meeste gevallen komt die bui recht op je af. De regenboog 's avonds in het oosten betekent dat de bui voorbij getrokken is en dat het (even) droog wordt.

Als er schaapjeswolken te zien zijn en de luchtdruk verandert niet of stijgt, dan blijft het goed weer. Daalt de barometer dan kan het later gaan regenen.

Regent het en stijgt de barometer, dan zal het spoedig droog worden. Vaak klaart het ook wat op en kan de zon tussen de wolken door weer gaan schijnen.

Succes!