 |
|
Stilte |
- Een knoop is bijna 0,5 m/s.
- De richting van het stokje geeft de windrichting aan.
- Het circeltje van het windvaantje staat op de plaats van het weerstation.
- In het circeltje van het windvaantje wordt de bedekking van de wolkenlucht aangegeven.
|
 |
|
>3 knopen. |
 |
|
3 tot 7 knopen. |
 |
|
8 tot 12 knopen. |
 |
|
13 tot 17 knopen. |
 |
|
18 tot 22 knopen. |
 |
|
28 tot 23 knopen. |
 |
|
48 tot 52 knopen. |
 |
|
58 tot 62 knopen. |
 |
|
98 tot 102 knopen. |
|
|
|
|
GEDEELTE VAN DE HEMEL BEDEKT MET WOLKEN (N) |
 |
0 |
Onbewolkt. |
|
 |
1 |
1/8 of <, maar niet onbewolkt. |
|
 |
2 |
2/8 |
|
 |
3 |
3/8 |
|
 |
4 |
4/8 |
|
 |
5 |
5/8 |
|
 |
6 |
6/8 |
|
 |
7 |
7/8 of >, maar niet 8/8 |
|
 |
8 |
8/8 |
|
 |
9 |
Bovenlucht niet zichtbaar of hoeveelheid wolken kan niet worden geschat |
|
|
/ |
Waarneming niet verricht |
|
|
|
|
|
 |
0 |
Stijgend, daarna dalend; luchtdruk is dezelfde als, of hoger dan drie uren tevoren |
|
 |
1 |
Stijgend, daarna standvastig; of stijgend, daarna langzamer stijgend; luchtdruk is hoger dan drie uren tevoren. |
|
 |
2 |
Stijgend (regelmatig of onregelmatig); luchtdruk is hoger dan drie uren tevoren. |
|
 |
3 |
Dalend of standvastig; daarna stijgend; of stijgend, daarna sneller stijgend; luchtdruk is hoger dan drie uren tevoren. |
|
 |
4 |
Standvastig; luchtdruk is dezelfde als drie uren tevoren. |
|
 |
5 |
Dalend, daarna stijgend; luchtdruk is dezelfde als, of lager dan drie uren tevoren. |
|
 |
6 |
Dalend, daarna standvastig; of dalend, daarna langzamer dalend; luchtdruk is lager dan drie uren tevoren. |
|
 |
7 |
Dalend (regelmatig of onregelmatig); luchtdruk is lager dan drie uren tevoren. |
|
 |
8 |
Stijgend of standvastig, daarna dalend; of dalend, daarna sneller dalend; luchtdruk is lager dan drie uren tevoren. |
|
|
|
|
|
HUIDIG WEER (ww) |
 |
00 |
Ontwikkeling van de bewolking in het afgelopen uur niet waargenomen of niet waar te nemen; de gemelde karakteristieke verandering in het uiterlijk van de lucht heeft betrekking op het afgelopen uur. |
- De eerste drie symbolen staan op de plaats van het weerstation in het cirkeltje van het windvaantje.
- De ww-groep in het stationsplot is blanco.
|
 |
01 |
Bewolking in het algemeen afgenomen wat de hoeveelheid en/of de dichtheid en/of de verticale ontwikkeling betreft; de gemelde karakteristieke verandering in het uiterlijk van de lucht heeft betrekking op het afgelopen uur. |
 |
02 |
Uiterlijk van de lucht in het algemeen onveranderd; De gemelde karakteristieke verandering in het uiterlijk van de lucht heeft betrekking op het afgelopen uur. |
 |
03 |
Bewolking in het algemeen toegenomen wat de hoeveelheid en/of de dichtheid en/of de verticale ontwikkeling betreft; De gemelde karakteristieke verandering in het uiterlijk van de lucht heeft betrekking op het afgelopen uur. |
 |
04 |
Zicht verminderd door rook (b.v. door bos- of heidebrand), industriestof of vulkanische as; heiigheid, rook, stof of zand. |
|
 |
05 |
Heiigheid; zichtbeperking hoofdzakelijk als gevolg van stof, rook, zand e.d.; heiigheid, rook, stof of zand. |
|
 |
06 |
Stof in de lucht, niet veroorzaakt door wind op of nabij het station tijdens de waarneming; heiigheid, rook, stof of zand. |
|
 |
07 |
Stof of zand in de lucht, veroorzaakt door wind op of nabij het station tijdens de waarneming, maar geen goed ontwikkelde stof- of zandhoosjes en geen stof- of zandstorm binnen de gezichtskring of op zee: hoog verwaaiend stuifwater; heiigheid, rook, stof of zand. |
|
 |
08 |
Goed ontwikkelde stof- of zandhoosjes, waargenomen op of nabij het station tijdens de waarneming of in het afgelopen uur, maar geen stof- of zandstorm; heiigheid, rook, stof of zand; heiigheid, rook, stof of zand. |
|
 |
09 |
Stof- of zandstorm tijdens de waarneming binnen de gezichtskring of op het station in het afgelopen uur; heiigheid, rook, stof of zand. |
|
 |
10 |
Nevel; het zicht is beperkt t.g.v. waterdruppeltjes of ijskristalletjes, maar het bedraagt 1000 m of meer waargenomen. |
|
 |
11 |
Mist (ijsmist) op het station niet hoger reikend dan plm. 2 m op land of 10 m op zee (laaghangende mist); geen gesloten laag. |
|
 |
12 |
Mist (ijsmist) op het station niet hoger reikend dan plm. 2 m op land of 10 m op zee (laaghangende mist) min of meer gesloten laag. |
|
 |
13 |
Bliksem, lichten of weerlicht, donder niet hoorbaar, geen neerslag op het station. |
|
 |
14 |
Neerslag binnen de gezichtskring, welke het aardoppervlak niet bereikt. |
|
 |
15 |
Neerslag binnen de gezichtskring, welke het aardoppervlak bereikt, doch op grote afstand (d.i. naar schatting meer dan 5 km) van het station. |
|
 |
16 |
Neerslag binnen de gezichtskring, welke het aardoppervlak nabij, doch niet op het station, bereikt. |
|
 |
17 |
Onweer tijdens de waarneming, maar geen neerslag op het station. |
|
 |
18 |
Zware windstoot (stoten) op het station of binnen de gezichtskring, in het afgelopen uur of tijdens de waarneming. |
|
 |
19 |
Water- of windhoos (hozen) op het station of binnen de gezichtskring, in het afgelopen uur of tijdens de waarneming. |
|
Neerslag, mist (of ijsmist) of onweer in het afgelopen uur, maar niet op het tijdstip van waarneming. |
 |
20 |
Motregen (niet met ijzel) of motsneeuw; niet in de vorm van buien. |
|
 |
21 |
Regen (niet met ijzel); niet in de vorm van buien. |
|
 |
22 |
Sneeuw; niet in de vorm van buien. |
|
 |
23 |
Regen en sneeuw of ijsregen (bevroren regen); niet in de vorm van buien. |
|
 |
24 |
Motregen of regen met ijzel; niet in de vorm van buien. |
|
 |
25 |
Regenbui(en). |
|
 |
26 |
Sneeuwbui(en) of bui(en) met regen en sneeuw. |
|
 |
27 |
Bui(en) met korrelhagel, korrelsneeuw of hagel, eventueel vergezeld van regen. |
|
 |
28 |
Mist (of ijsmist). |
|
 |
29 |
Onweer (met of zonder neerslag). |
|
Stofstorm, zandstorm of driftsneeuw tijdens waarneming. |
 |
30 |
Lichte of matige stof- of zandstorm; is afgenomen in het afgelopen uur. |
|
 |
31 |
Lichte of matige stof- of zandstorm; zonder merkbare verandering in het afgelopen uur. |
|
 |
32 |
Lichte of matige stof- of zandstorm; is begonnen of toegenomen in het afgelopen uur. |
|
 |
33 |
Zware stof- of zandstorm; is afgenomen in het afgelopen uur. |
|
 |
34 |
Zware stof- of zandstorm; zonder merkbare verandering in het afgelopen uur. |
|
 |
35 |
Zware stof- of zandstorm; is begonnen of toegenomen in het afgelopen uur. |
|
 |
36 |
Lichte of matige lage driftsneeuw; het zicht op ooghoogte is niet merkbaar verminderd. |
|
 |
37 |
Zware lage driftsneeuw; het zicht op ooghoogte is niet merkbaar verminderd. |
|
 |
38 |
Lichte of matige lage driftsneeuw; het zicht op ooghoogte is wel merkbaar verminderd. |
|
 |
39 |
Zware lage driftsneeuw; het zicht op ooghoogte is wel merkbaar verminderd. |
|
Mist (of ijsmist) tijdens waarneming. |
 |
40 |
Mist binnen de gezichtskring tijdens de waarneming (niet op het station, ook niet in het afgelopen uur); de bovenkant van de mist bevindt zich op een grotere hoogte dan de waarnemer. |
|
 |
41 |
Mistbanken. |
|
 |
42 |
Mist, bovenlucht zichtbaar; is in het afgelopen uur dunner geworden. |
|
 |
43 |
Mist, bovenlucht onzichtbaar; is in het afgelopen uur dunner geworden. |
|
 |
44 |
Mist, bovenlucht zichtbaar; geen merkbare verandering in het afgelopen uur. |
|
 |
45 |
Mist, bovenlucht onzichtbaar; geen merkbare verandering in het afgelopen uur. |
|
 |
46 |
Mist, bovenlucht zichtbaar; is opgekomen of dikker geworden in het afgelopen uur. |
|
 |
47 |
Mist, bovenlucht onzichtbaar; is opgekomen of dikker geworden in het afgelopen uur. |
|
 |
48 |
Mist, met afzetting van rijp of ruige rijp, bovenlucht zichtbaar. |
|
 |
49 |
Mist, met afzetting van rijp of ruige rijp, bovenlucht onzichtbaar. |
|
Motregen tijdens waarneming |
 |
50 |
Motregen, van tijd tot tijd; licht tijdens de waarneming. |
|
 |
51 |
Motregen, onafgebroken; licht tijdens de waarneming. |
|
 |
52 |
Motregen, van tijd tot tijd; matig tijdens de waarneming. |
|
 |
53 |
Motregen, onafgebroken; matig tijdens de waarneming. |
|
 |
54 |
Motregen, van tijd tot tijd; zwaar tijdens de waarneming. |
|
 |
55 |
Motregen, onafgebroken; zwaar tijdens de waarneming. |
|
 |
56 |
Motregen met ijzel, licht. |
|
 |
57 |
Motregen met ijzel, matig of dicht. |
|
 |
58 |
Motregen en regen, licht. |
|
 |
59 |
Motregen en regen, matig of zwaar. |
|
Regen tijdens waarneming |
 |
60 |
Regen, van tijd tot tijd; licht tijdens de waarneming. |
|
 |
61 |
Regen, onafgebroken; licht tijdens de waarneming. |
|
 |
62 |
Regen, van tijd tot tijd; matig tijdens de waarneming. |
|
 |
63 |
Regen, onafgebroken; matig tijdens de waarneming. |
|
 |
64 |
Regen, van tijd tot tijd; zwaar tijdens de waarneming. |
|
 |
65 |
Regen, onafgebroken; zwaar tijdens de waarneming. |
|
 |
66 |
Regen met ijzel, licht. |
|
 |
67 |
Regen met ijzel, matig of dicht. |
|
 |
68 |
Regen of motregen en sneeuw, licht. |
|
 |
69 |
Regen of motregen en sneeuw , matig of zwaar. |
|
Sneeuw tijdens waarneming. |
 |
70 |
Sneeuw, van tijd tot tijd; licht tijdens de waarneming. |
|
 |
71 |
Sneeuw, onafgebroken; licht tijdens de waarneming. |
|
 |
72 |
Sneeuw, van tijd tot tijd; matig tijdens de waarneming. |
|
 |
73 |
Sneeuw, onafgebroken; matig tijdens de waarneming. |
|
 |
74 |
Sneeuw, van tijd tot tijd; zwaar tijdens de waarneming. |
|
 |
75 |
Sneeuw, onafgebroken; zwaar tijdens de waarneming. |
|
 |
76 |
IJsnaalden, ijsplaatjes (met of zonder mist). |
|
 |
77 |
Motsneeuw (met of zonder mist). |
|
 |
78 |
Poolsneeuw (met of zonder mist). |
|
 |
79 |
IJsregen (bevroren regen). |
|
Buiige neerslag tijdens waarneming. |
 |
80 |
Regenbui, licht. |
|
 |
81 |
Regenbui, matig of zwaar. |
|
 |
82 |
Wolkbreuk. |
|
 |
83 |
Bui met regen sneeuw, licht. |
|
 |
84 |
Bui met regen sneeuw, matig of zwaar. |
|
 |
85 |
Sneeuwbui, licht. |
|
 |
86 |
Sneeuwbui, matig of zwaar. |
|
 |
87 |
Bui met korrelhagel of korrelsneeuw, eventueel met regen of met regen en sneeuw, licht. |
|
 |
88 |
Bui met korrelhagel of korrelsneeuw, eventueel met regen of met regen en sneeuw, matig. |
|
 |
89 |
Bui met hagel, eventueel met regen of met regen en sneeuw, doch zonder donder, licht. |
|
 |
90 |
Bui met hagel, eventueel met regen of met regen en sneeuw, doch zonder donder, matig of zwaar. |
|
Onweer in het afgelopen uur of tijdens waarneming; neerslag tijdens waarneming. |
 |
91 |
Onweer in het afgelopen uur maar niet tijdens de waarneming, lichte regen tijdens waarneming. |
|
 |
92 |
Onweer in het afgelopen uur maar niet tijdens de waarneming, matige of zware regen tijdens waarneming. |
|
 |
93 |
Onweer in het afgelopen uur maar niet tijdens de waarneming, sneeuw, regen en sneeuwl tijdens waarneming, licht. |
|
 |
93 |
Onweer in het afgelopen uur maar niet tijdens de waarneming, korrelsneeuw of hagel tijdens waarneming, licht. |
|
 |
94 |
.Onweer in het afgelopen uur maar niet tijdens de waarneming, sneeuw of regen en sneeuw, matig of zwaar. |
|
 |
94 |
Onweer in het afgelopen uur maar niet tijdens de waarneming, korrelsneeuw of hagel tijdens waarneming, matig of zwaar. |
|
 |
95 |
Onweer tijdens de waarneming, licht of matig, zonder hagel, korrelhagel of korrelsneeuw, maar met regen tijdens de waarneming. |
|
 |
95 |
Onweer tijdens de waarneming, licht of matig, zonder hagel, korrelhagel of korrelsneeuw, maar met sneeuw tijdens de waarneming. |
|
 |
96 |
Onweer tijdens de waarneming, licht of matig, met hagel, korrelhagel of korrelsneeuw tijdens de waarneming. |
|
 |
97 |
Onweer tijdens de waarneming, zwaar, zonder hagel, korrelhagel of korrelsneeuw, maar met regen tijdens de waarneming. |
|
 |
97 |
Onweer tijdens de waarneming, zwaar, zonder hagel, korrelhagel of korrelsneeuw, maar met sneeuw tijdens de waarneming. |
|
 |
98 |
Onweer, gepaard met stof- of zandstorm tijdens de waarneming. |
|
 |
99 |
Onweer, zwaar, met hagel, korrelhagel of korrelsneeuw tijdens de waarneming. |
|
|
|
|
|
VERLEDEN WEER (W1W2) |
 |
0 |
Bewolkt gedeelte 4/8 of minder in het gehele tijdvak. |
|
 |
1 |
Bewolkt gedeelte meer dan 4/8 in deel van het tijdvak. |
|
 |
2 |
Bewolkt gedeelte meer dan 4/8 in het afgelopen tijdvak. |
|
 |
3 |
Zandstorm, stofstorm. |
|
 |
3 |
Hoge driftsneeuw. |
|
 |
4 |
Mist (ijsmist) of zware heiigheid. |
|
 |
5 |
Motregen, geen bui(en). |
|
 |
6 |
Regen, geen bui(en). |
|
 |
7 |
Sneeuw, of regen sneeuw gemengd, geen bui(en). |
|
 |
8 |
Bui(en). |
|
 |
9 |
Onweder(s) met of zonder neerslag. |
|
|
/ |
Geen waarneming. |
|
|
|
|
|
FRONTEN |
 |
Koudefront. |
 |
Koudefront in de hogere luchtlagen. |
 |
Koudefront aan het aardoppervlak en in de hogere luchtlagen. |
 |
Warmtefront. |
 |
Warmtefront in de hogere luchtlagen. |
 |
Warmtefront aan het aardoppervlak en in de hogere luchtlagen. |
 |
Occlusie van koude- en warmtefront. |
 |
Occlusie van koude- en warmtefront in de hogere luchtlagen. |
 |
Stationair front. |
 |
Trog. |