Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

STERRENHEMEL

JANUARI

In vier sterrenkaarten wordt de sterrenhemel voor januari getoond, telkens voor de vier windstreken. Strikt genomen zijn de kaarten geldig voor de 1ste van de maand om 22 uur of rond de 15e omstreeks 21 uur. Bij de kaarten staat een beschrijving van de voornaamste sterrenbeelden en bijzonderheden welke doorgaans al met het blote oog of kleine verrekijker te zien zijn. Onder de sterrenkaarten staan afbeeldingen zoals de nevels, sterrenhopen of dubbelsterren zich in verrekijkers of kleine telescopen laten zien. Afhankelijk van het gebruikte instrument, het weer, het zicht en de mate van lichtvervuiling in of nabij stad en dorp zullen meer of minder details zichtbaar zijn. Meer informatie en tips om de sterrenbeelden te leren kennen vindt u <hier>.

Noord

Veranderlijke en dubbelster Delta Cephei.
Mizar (M) en Alcor (A) : De nabije begeleider van Mizar is alleen zichtbaar vanaf kleine telescopen.

Het meest markante sterrenbeeld aan de noordelijk sterrenhemel is de Grote Beer. Het is in elk geval een van de bekenste sterrenbeelden en in januari wijst het steeltje van de 'steelpan' naar beneden. De meeste sterren van het steelpannetje behoren tot de zogeheten Ursa Major (=Grote Beer) zwerm. Dit valt het best te vergelijken met een open sterrenhoop. Tot deze zwerm behoren nog enkele andere sterren in andere sterrenbeelden en dat maakt dat de helderste sterren van Grote Beer tot de meest nabije open sterrenhoop behoren en gelegen is op een afstand van rond de 100 lichtjaar.
In de knik van het steeltje staat de ster Mizar. Met een verrekijker is goed te zien dat Mizar een dubbelster is. Vlak daarbij staat Alcor. In heldere nachten en in een donkere omgeving is Alcor ook met het blote oog zichtbaar. Een kleine telescoop laat zien dat er vlak bij Mizar nog een klein sterretje staat; Mizar A is de hoofdster en Mizar B de begeleider. Zowel Alcor als Mizar B draaien rond Mizar. Alcor doet er ongeveer 800.000 jaar over en Mizar B ongeveer 10.000 jaar. Nauwkeurig onderzoek toont aan dat de baan van Mizar B kleine schommelingen vertoont, wat toegeschreven wordt aan een onzichtbare begeleider die rond Mizar B draait. Alle beschreven sterren zijn ook nog eens spectroscopische dubbelsterren, wat inhoud dat het gehele systeem uit 7 sterren sterren bestaat. Het gehele complex staat op 78 lichtjaar tot de aarde.
Als we denkbeeldig de lijn van de buitenste twee heldere sterren van de Grote Beer ongeveer 4,5 keer verlengen dan komen we uit bij de Poolster, de helderste ster van het sterrenbeeld de Kleine Beer; (klik op de afbeelding links voor een groter formaat).
De Grote - en Kleine Beer zijn beiden circumpolaire sterrenbeelden, dat wil zeggen: beiden zijn het gehele jaar zichtbaar. Ook de sage bij deze sterrenbeelden getuigen hiervan: God Jupiter heeft een snabbeltje met de beeldschone Callisto. In deze Romaanse sage neemt de Juno, een van Jupiter's vrouwen, wraak. Zij verandert Callisto en haar zoon in beren. De beren worden vervolgens ook nog eens vervloekt door Juno: Eeuwig zullen ze rond de pool lopen, zonder ook maar even te mogen rusten.
Links van de Kleine Beer, noordwestelijke richting, is een sterrenbeeld te zien in de vorm van een huisje: Cepheus. Links onder in het huisje staat Delta Cephei, een veranderlijke ster. De ster pulseert; de diameter is daarbij variabel en de ster krimpt en zet uit in een periode van 5,4 dagen. Deze ster staat model voor de zogeheten Cepheïden. Bij dit type sterren wordt de ster periodiek helderder of lichtzwakker. Vlak bij Delta Cephei staat nog een minder heldere begeleider, deze is al zichtbaar in een verrekijker.

Het zuidwestelijke deel van Cepheus. De drie sterren Delta, Epsilon en Zeta Cephei tonen zich in hetzelfde beeldveld van de verrekijker. Delta Cephei is de veranderlijke. De animatie, klik op de afbeelding, laat de wisseling in helderheid zien tussen minimum en maximum (Slooh).

Boven Cepheus staat hoog aan de hemel een groepje sterren in een M of W-vorm: Cassiopeia. Tijdens donkere en heldere nachten in landelijk gebied is in het noordwesten ook een diffuus lichtende band te zien: de Melkweg. Volg deze band naar de horizon en daar zien we nog een deel van het sterrenbeeld de Zwaan met Deneb als helderste ster. Een weinig rechts daarvan staan twee ongeveer even heldere sterren: O Cygnus. Dit is ook een dubbelster, doch beide sterren hebben niets met elkaar te maken. Een van beiden staat op een afstand van 1.350 lichtjaar en de andere op 1.125 lichtjaar; een optische dubbelster. Beide sterren zijn ook bedekkingsveranderlijken: Een onzichtbare begeleider draait rond de hoofdster waarmee de helderheid van de hoofdster periodiek afneemt.
Zuidelijk van de Kleine Beer staat het sterrenbeeld de Draak en wie goede ogen heeft kan ook nog proberen om de Lynx op te zoeken.

Oost

M 35
Praesepe of M 44

Wanneer u, uitgaande van de Grote Beer, de blik naar het oosten richt dan valt al vrij snel een groot rechthoek op: het sterrenbeeld Tweelingen, bestaande uit de broeders Castor en Pollux. De Griekse sage verhaalt dat Pollux onstervelijk is en Castor stervelijk. Beiden waren zonen van Zeus en deze accepteerde niet dat ook Castor de onstervelijke status zou verwerven. Castor krijgt de keuze: Of genieten van zijn onstervelijke status, of om de dag Pollux bezoeken en de andere dag verblijven in de onderwereld. Castor besloot tot het laatste. Het sterrenbeeld getuigt daarmee van onvoorwaardelijke broederliefde.
De helderste ster links aan de onderste lange zijde van de rechthoek die het sterrenbeeld Tweelingen vormt is Pollux. Castor staat daarboven. Aan het uiteinde van de bovenste rechthoekzijde staat in de kromming van een groepje sterren de open sterrenhoop M 35. Deze groep sterren staat op 2.800 lichtjaar afstand tot de aarde en bestaat uit ongeveer 120 sterren.
Vlak boven de oostelijke horizon staat de ster Regulus van het sterrenbeeld de Leeuw en tussen de Leeuw en de Tweelingen vinden we de Kreeft. Ook in de Kreeft staat een fraaie open sterrenhoop: Praesepe. Buiten stad en dorp kan reeds met het blote oog een wazige vlek waargenomen worden. In een verrekijker zien we op deze plek een hoop sterren op een kluitje. Tot Praesepe, of ook wel M 44, behoren ongeveer 500 sterren en de sterrenhoop staat op 500 lichtjaar tot de aarde. De reeds besproken sterrenbeelden behoren tot de dierenriem.

Zuid

M 41
Orionnevel of M 42
Gordelsterren van Orion
Pleiaden of M 45
Hyaden
(Klik op de afbeelding voor groter formaat)

Orion is één van de meest uitgesproken wintersterrenbeelden en zijn helderste sterren nemen de vorm aan van een grote zandloper. De ster links boven in de zandloper is Betelgeuze, een rode superreus. De diameter is 650 keer groter dan de zon en 59.000 x lichtsterker als onze moederster. De ster heeft een oppervlakte temperatuur van 3.500 K en vanwege deze relatief lage temperatuur is de ster roodachtig. Afstand tot de ster is 430 lichtjaar. Die kleur is ook met het blote oog te zien. Diagonaal tegenover Betelgeuze staat Rigel, met 92 x de zonsdiameter ook een reuzenster. Het kleurverschil met de rode Betelgeuze valt goed op: Rigel is een helderwitte hete ster met een oppervlakte temperatuur van 9.100 K. Rigel is een dubbelster, maar de vrij heldere begeleider wordt volledig overstraald door de hoofdster en is in telescopen met lenzen kleiner dan 150 mm niet zichtbaar. Rigel staat op 775 lichtjaar.
Vrijwel alle sterren van het sterrenbeeld Orion behoren tot de Orion associatie; een groep sterren met dezelfde kenmerken en bewegingsrichting in de Melkweg, maar welke niet onder elkaars zwaartekrachts invloed staan en dus geen sterrenhoop vormen. Behoudens de twee bovenste heldere sterren van het sterrenbeeld, behoren alle overige sterren van Orion tot de Orion associatie. Het zijn veelal hete blauwwitte reuzensterren en zijn allen ontstaan in deze hemelstreek, waarvan de kraamkamer in de Orionnevel (M42) een belangrijk voorbeeld is. In het landelijke buiten de stad kunnen we al de lichte gloed van de nevel met het blote oog waarnemen en in telescopen en verrekijkers met kleine vergrotingen zien we een diffusse lichtgevende vlek. Deze nevel bestaat uit gassen en het is een bekende kraamkamer van nieuwe sterren. Bij wat grotere vergrotingen wordt de nevel snel minder goed zichtbaar, maar worden in de grotere telescopen de zogenaamde trapeziumsterren zichtbaar: Een groepje jonge sterren in de nevel met de onderlinge vorm van een trapezium.
Midden in het sterrenbeeld staan drie ongeveer even heldere sterren op een rij, de gordelsterren van Orion. Het loont om deze omgeving met de verrekijker te bekijken. Vooral rond de middelste gordelster bevindt zich een wolk van zwakkere sterren die juist met de verrekijker goed zichtbaar worden. Alle drie de gordelsterren passen met gemak in hetzelfde beeldveld van een verrekijker en daarmee heeft u een beter overzicht op deze sterrengroep dan met een spotingscope of telescoop.
De naam Orion is waarschijnlijk vanuit het Grieks te herleiden als Oarion, wat zoveel betekent als strijder. In andere culturen, zoals bij de Sumerianen, had dezelfde sterrengroep soortgelijke betekenissen als nationale held, jager of herder.
Een handig ezelsbruggetje om enkele andere wintersterrenbeelden te vinden is om gebruik te maken van de zogeheten "Winterzeshoek" die nu te zien is. Dat maakt het vinden van enkele andere sterrenbeelden wat eenvoudiger. Zoek eerst met behulp van Orion de ster Sirius. Om Sirius te vinden verlengen we een denkbeeldige lijn van de drie gordelsterren van Orion in zuidoostelijke richting. Het kan niet missen! Van hieruit terug naar Rigel, rechtpoot van Orion. In de markante V-vorm rechtsboven Orion staat de derde heldere ster. Deze heeft een roodachtige gloed en wordt Aldebaran genoemd. De vierde ster is de helderste ster in de zeshoekige Voerman: Capella. Van daar uit trekken we de lijn door naar Pollux in de Tweelingen en tot slot naar Procyon. De laatste is de meest heldere ster in de kleine Hond. En de zeshoek volmaken we door weer terug te keren naar Sirius; (klik op de afbeelding links voor een groter formaat).
Sirius is de helderste ster die, na de zon, vanaf de aarde waargenomen kan worden. De ster staat op 8,7 lichtjaar tot de aarde, is slechts 2,2 x zo groot als onze zon, maar geeft toch een lichtkracht die 27 x hoger is. Ook deze ster is duidelijk wit. Al deze parameters verraden ook een hoge oppervlakte temperatuur: 8.850 K. Sirius is een dubbelster, maar de begeleider is in kleine telescopen en verrekijkers niet zichtbaar. De ster behoort tot de Grote Hond en in dit sterrenbeeld vinden we ook de open sterrenhoop M 41, bestaande uit 150 sterren op 2.300 lichtjaar afstand.
Ook Procyon, de helderste ster in de Kleine Hond, behoort tot de meest nabije sterren. Zijn afstand bedraagt 11,3 lichtjaar. De ster is 2 x zo groot als de zon, heeft een oppervlakte temperatuur van 6.800 K en net als Sirius heeft Procyon ook een begeleider die in kleine telescopen of verrekijkers niet zichtbaar is.
Orion (of de jager) is op jacht en de Kleine - en Grote Hond zijn zijn metgezellen. Orion jaagt op de Stier. Dat sterrenbeeld vinden we pal in het zuiden hoog aan de hemel. Het sterrenbeeld heeft een overduidelijke V-vorm waarvan de uiteinden van de V-vorm de punten van de hoorns verbeelden. Onderin de V-vorm staat een heldere roodachtige ster: Aldebaran. Ook Aldebaran is een rode reus en staat op 65 lichtjaar, de ster is 95 x zo groot als de zon en een 1.100 x hogere lichtkracht. De relatief lage temperatuur van 3.400 K zorgt voor een rode kleur; hier het symbool van het rode oog in een woedende opgejaagde stier.
De punt van de V-vorm staat ook bekend als de Hyaden. Dit is een open sterrenhoop bestaande uit 150 sterren op 130 lichtjaar. De sterren van de Hyaden zijn gelijkwaardig in omvang, grootte en samenstelling als de Praesepe (M 44) (zie oost) en volgen in de Melkweg ook dezelfde route met dezelfde snelheid. Het vermoeden bestaat beide sterrenhopen in hetzelfde gebied van de Melkweg ontstaan zijn. De onderlinge afstand bedraagt 450 lichtjaar en dat maakt het niet waarschijnlijk dat beiden een dubbelhoop vormen, dat wil zeggen; twee sterrenhopen die middels gravitatiekrachten aan elkaar gebonden zijn.
Een andere sterrenhoop in dit sterrenbeeld lijkt heel sterk op een mininatuur van de Grote Beer en staat westelijk van de V-vorm. Gewoonlijk zijn van de Pleiaden 6 sterren te herkennen, soms 7 bij goed zicht. De sterrenhoop bestaat uit 130 sterren op 410 lichtjaar afstand. In de verrekijker of met kleine telescopen zien we alleen sterren. Maar bij langere belichtingstijden op foto's zien we dat de helderste sterren in gasnevels gehuld zijn.
De Voerman wordt gezien als de uitvinder van de wagen en hij houdt in zijn armen een klein geitje vast. Dat geitje wordt in het sterrenbeeld verbeeld door de helderste ster (Capella) met het aangrenzende groepje van drie even heldere sterren. Het geitje geeft melk aan de pasgeboren God Jupiter. Maar de gulzige Jupiter morst de melk, waaruit dan weer de Melkweg is ontstaan. Vanuit de Voerman is deze Melkweg te volgen naar de horizon het zuidoosten. Overigens is de (hier tamme witte) Stier, het aangrenzende sterrenbeeld, niets meer of minder de verbeelding van de God Jupiter die zich op deze wijze vertoont aan een Phoenicische prinses om haar het hof te maken.
Een andere variant over het ontstaan van de Melkweg wordt verbeeld in het schilderij omstreeks 1575-1580, (afbeelding links) van de Italiaanse schilder J.R. Tintoretto. Hier zoogt Juno haar zoon Hercules. Maar Hercules morst melk en deze melk spreidt zich over het hemelgewelf uit. Dit melkspoor kennen we vandaag de dag nog als de Melkweg.
Onze Melkweg is sterrenstelsel in de vorm van een platte schijf sterren met een diameter van 100.000 lichtjaar en een dikte van 10.000 lichtjaar. Zij bestaat uit 100 miljard sterren. Voor meer details en tips over het waarnemen van de Melkweg met de verrekijker in deze hemelstreek kunt u <hier> terecht.
In het zuidwesten staat verder het sterrenbeeld Walvis. In de Walvis is de ster Mira vermeldenswaardig. Mira is een veranderlijke ster die varieert van zichtbaar tot onzichtbaar met het blote oog. Tijdens de meest heldere fase (het maximum) is de ster gwoonlijk ongeveer één maand zichtbaar met het blote oog. Maar met een verrekijker kan de gehele fasevandering in helderheid worden gevolgd. De gehele periode van faseverandering bedraagt gemiddeld 332 dagen. Pas in 1596 is dit verschijnsel voor het eerst opgemerkt. Vanaf 1642 luistert de ster naar de naam Mira: de wonderbaarlijke. Mira is een rode reuzenster en wordt omgeven door een grote gaswolk, gassen die door de ster worden afgestoten. De eigenbeweging van de ster is bijzonder hoog. Mira raced met een snelheid van maar liefst 130 km/s door het heelal. De gaswolk die de ster omgeeft kan deze snelheid niet bijbenen met als gevolg dat de ster een staart van gas achter zich aan sleept. In ultraviolet heeft de ster dan wel wat weg van een komeet.

De staart van stof en gas bij de ster Mira. Klik op de afbeelding voor een animatie die het ontstaan van de stofstaart laat zien. (6,5 Mb) New Scientist.

Mira is nog steeds door vele raadsels omgeven. De ster zelf is moeilijk waarneembaar vanwege de gaswolken en de al genoemde helderheids variaties lijken vooral op gezichtbedrog te berusten. Ons oog kan alleen zichtbaar licht waarnemen en dat deel van het spectrum vinden de helderheidsvariaties voor ons oog plaats. Tellen we alle straling bij elkaar op, dus de gamma- en rontgonstraling, het ultraviolet, het zichtbare licht, het infrarood, de micro- en tot slot de radiostraling; dan blijkt dat de variatie van straling aanmerkelijk minder te zijn. In het zichtbare licht bedraagt het verschil tussen minimum en maximum 250 keer, maar als alle straling bij elkaar wordt opgeteld is de variatie slechts 2,5 keer. Mira is één van de meest waargenomen sterren bij amateurs astronomen.
Boven de Walvis staan de sterrenbeelden Ram en Vissen van de dierenriem.

West

Andromedanevel of M 31
M 34
Dubbele sterrenhopen h en Chi Perseus
Mel 20, De heldere ster links boven van het midden is Alpha Perseus.
(Klik op de afbeelding voor een groter formaat)

Aan de westelijke sterrenhemel staat een fraaie Griekse mythe verbeeld: Andromeda was de dochter van de Ethiopische koningin Cassiopeia en koning Cepheus. Cassiopeia riep de toorn van de Nereiden (zeenimfen) over haar af door zich te beroepen op de wonderbaarlijke schoonheid van haar dochter. De God van Nereiden, Poseidon, nam dit niet en zond een zeemonster (Walvis) om de Ethiopische kusten met overstromingen te verwoesten. Deze verwoesting kon worden afgekocht door Andromeda op de rotsen vast te ketenen als prooi voor het zeemonster. De held in deze mythe is Perseus die het zeemonster versloeg en als beloning Andromeda tot vrouw kreeg.
Cepheus (het huisje) en Cassiopia (de W of M-vorm) staan hoog in het noordwesten en zijn reeds beschreven bij de noordelijke sterrenhemel. Recht boven u staat Perseus; met een beetje fantasie lijkt het sterrenbeeld wat een Mercedes-ster. De helderste ster in het hart van de Mercedes-ster, Alpha Perseus, maakt deel uit van een fraaie open sterrenhoop (Mel 20), die zich in concentreert in de bovenste tak van de "Mercedes-ster". Deze wijde sterrenhoop is vooral in verrekijkers al goed te zien en staat op 750 lichtjaar afstand.
Volgen we vanaf Alpha Perseus het lijntje met sterren richting Cassiopeia dan vinden we aan het uiteinde de beroemde fraaie dubbelvormige sterrenhoop h en chi Perseus. Beiden staan op 8.000 lichtjaar en beiden bestaan uit 300 tot 350 sterren. Op donkere en heldere plaatsen is de dubbelhoop met het blote oog al te zien.
Volgen we de laatste poot dan staat in de nabijheid van de ster Algol nog een open sterrenhoop die in verrekijkers goed waar te nemen is: M 34. Deze groep staat op 1.400 lichtjaar en bevat 80 sterren.
Algol is een dubbelster, maar dat kan alleen waargenomen worden omdat de helderheid varieert. Telkens wanneer de donkere begeleider voor zijn heldere metgezel staat neemt de helderheid af. Deze helderheidsafname duurt bijna 10 uur en treedt elke 2,8 dagen op. Het zijn twee sterren die ongeveer 3,4 x zo groot zijn als de zon en op een onderlinge afstand van 10,8 miljoen km staan. De helderheidsvariaties zijn met het blote oog al waarneembaar. Wanneer u klikt op de afbeelding hierboven, dan ziet u hoe beide sterren om elkaar heendraaien.
Met de helderste ster van Perseus erbij staat pal in het westen een lange rij van 5 ongeveer even heldere sterren, op een gelijke afstand in een flauwe boog naast elkaar. In de figuur links is dat schematisch weergegeven. We beginnen bij de helderste ster in het hart van de "Mercedes-ster"; het sterrenbeeld Perseus. Via de blauwe lijn komen we bij Andromeda uit (rood). Met de gele lijn in Pegasus wordt het "spoor van de vijf sterren" gecomple-tiseerd.
Andromeda is vooral beroemd vanwege de nevelvlek die in het sterrenbeeld gevonden kan worden. Vanuit de middelste ster in het spoor van de vijf sterren staat in de binnenbocht een iets minder helder sterretje. Verleng deze afstand twee keer (groene lijn) om uit te komen bij de Andromedanevel (M 31). De nevel is met het blote oog al te zien en in de verrekijker lijkt het op een difuus sigaarvormig vlekje. Toch is dit een sterrenstelsel, zoals de Melkweg, maar dan van opzij gezien. Het staat op 2,2 miljoen lichtjaar en is 1,5 x zo groot als ons eigen Melkwegstelsel.
Zuidelijk van Andromeda zien we een groot vierkant (de vierde en vijfde ster vormen één zijde, gele lijn); dat zijn de voornaamste sterren van het sterrenbeeld Pegasus (paars). Merk op dat er in het vierkant vrijwel niets te vinden is! In het zuidwesten staat verder nog de Walvis (zie zuid) en in het noordwesten staan nog enkele delen van de Zwaan (zie noord) boven de horizon. Van de Zwaan in de richting van Perseus kan de lichtende band van de Melkweg worden waargenomen in de landelijke buitengebieden.