Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

FEESTDAGEN

NIEUWJAARSDAG

01 jan

Tegenwoordig wordt het begin van het nieuwe jaar op 1 januari gevierd. Maar dit is niet altijd zo geweest. In de oude Romeinse tijd werd nieuwjaar gevierd op 1 maart. Zelfs in vrij recente geschriften van de laatste 2 eeuwen vinden hier nog wel sporen van terug. Vaak werd de maand september aangeduid als 7e maand, en op deze wijze doortellend was december de 10e maand. Het jaar telde ook maar 10 maanden. 6 Maanden kenden 31 dagen en 4 maanden 30 dagen. Maar door het verschuiven van de jaargetijden door het jaar heen werden telkens aanpassingen gepleegd. Al in de 6e eeuw v. Chr. werden pogingen ondernomen om een goede kalender te maken die synchroon liep met de jaargetijden. Als een van de eerste veranderingen werden een tweetal maanden toegevoegd: Januari (genoemd naar de Romeinse God Janus) en Februari (Februarius = reiniging; genoemd naar de reinigingsrituelen in de deze maand).
Eerst onder Julius Ceasar werd in 46 v. Chr. trad er enige verbetering op. Omdat men gevonden had de aarde niet in 365 dagen rond de zon draaide, maar in 365,25 kwam men elke 4 jaar een dag te kort om de kalender gelijk op te laten gaan met de jaargetijden.
Bij behandeling in de Romeinse senaat in 44 v. Chr. werd uit dankbaarheid de maand Quintilis, de geboortemaand Julius Ceasar omgedoopt in Julius (om Ceasar te eren) en wat later Sextilis in Augustus. Om de maand Augustus dezelfde status te geven als Juli (alle keizers gelijk) kreeg deze maand, ten koste van februari er een dag bij en ging naar 31 dagen. Deze dag werd bij Februari weggehaald.
In 325, op een concilie in Nice, werd de Juliaanse kalender aangenomen als grondslag voor de Christelijke jaartelling.

In 153 v.Chr. ging de nieuwjaarsviering terug van 1 maart naar 1 januari. Zo liep de jaartelling gelijk met de benoeming en ambtsperioden van de perfecten. Maar op een concilie in 576 te Tours vond men dat het begin van het jaar niet op 1 januari, maar op 1 maart gevierd moest worden, vanwege het heidense karakter van de januari viering. Pas in de 13e eeuw werd het langzamerhand gangbaar nieuwjaar weer op 1 januari te vieren. Maar het duurde tot 1575 voordat in ons land, onder het juk van de Spanjaarden, de jaarwisseling van maart naar januari verschoof.

Het midwinterhoornblazen tijdens de Germaanse joelfeesten rond de kortste dagen van het jaar heeft bij de invoering van het nieuwjaar op 1 januari er een betekenis bij gekregen. Met luid vertoon werd het nieuwe jaar ingeluid. Nog later is de functie ook door geweerschoten van jagers en boeren overgenomen. En in de modernere tijd werd carbit in melkbussen gebruikt, gevolgd door vuurwerk.

 

MARIA LICHTMIS / SPURCÂLIA

02 feb

In het oude Rome werden reinigingsfeesten en verzoeningsfeesten Februa genoemd en daar stamt ook de maandnaam februari vanaf. Spurcâlia is daarbij het latijnse woord voor vuil, vies en smerig. Tijdens de kerstening is dit gebruik door de Christelijke Kerk krachtig de kop in gedrukt en vervangen door Maria Lichtmis.
Volgens joodse wetten moet de moeder 40 dagen na de geboorte een reinigingsritueel ondergaan en moet het kind worden gewijd. Vandaar dat Maria, Jozef en kind naar de tempel gingen. Dit wordt gevierd als Maria Lichtmis, met vaak een altaar gevuld met kaarslicht.
In de coulissen doen ook nog 2 getuigen mee, Simeon en Anna. De eerste was een oude man 'rechtvaardig en vroom', die door godsspraak tot de overtuiging gekomen was dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias gezien had. Anna was een profetes welke dagelijks in de tempel kwam. Twee bejaarde mensen jaren wachtende op de komst van de Verlosser. En zij zijn de uitverkorenen de het hele gebeuren opmerken. Met Maria Lichtmis herdenkt het christendom vandaag dus ook het wachten van de uitverkorenen.

Maria Lichtmis kan opgevat worden als het langzaam ontwaken van het voorjaar. De dagen worden nu weer merkbaar langer en er is meer licht tot vreugde van boeren, burgers en buitenlui. De vloed aan spreuken van vandaag geven wel het belang van deze dag aan voor de bevolking op het land. Maria Lichtmis opent de rij van een serie christelijke feestdagen, die tot en met Pinksteren voortduren en welke de heidense vruchtbaarheidsfeesten verdrongen hebben. 

 

ASWOENSDAG

 
Begin van de R.K. vastentijd. Op deze dag werden askruisjes gehaald. Elke kerkganger kreeg van de priester een askruisjes op het voorhoofd, ter bezinning op de vergankelijkheid, de dood en als aansporing op een boetvaardig leven. Na 1968 in onbruik geraakt.
 

VASTENTIJD

 
Met Aswoensdag begon een 40-daagse vasten periode die tot Pasen voortduurde. Vooraf gaande werd 3 dagen feest gevierd, wat wij nu nog kennen als carnaval.
Tegenwoordig gaat de vastenperiode in de katholieke gemeenschap vanaf de 6e zondag van start, maar is ook niet meer zo streng van leer als in het verleden. Het echte vasten is nu teruggebracht tot één dag (Goede Vrijdag).
Vasten is de voorbereiding op inwijdingen, boetedoeningen en teken van rouw. In de Rooms Katholieke gemeenschap bezinning vooraf gaande aan Pasen. Alleen in de Islamitische gemeenschap wordt het langdurig vasten met de Ramadan nog in ere gehouden.
 

PALMPASEN

 

Dit is de laatste zondag voor Pasen; De herdenking van de intocht van Jezus in Jeruzalem.

Palmpoasens
Oude Germaanse en gekerstende gebruiken kom je soms helaas alleen nog tegen in Twente en de Achterhoek, waar de tradities het best bewaard gebleven zijn. Daarom zie je soms in Twente de jeugd nog met Palmpoasens rondlopen. Dit is een verkleinde versie van de Meiboom, die bij gebrek aan palmtakken voorzien werden van groenblijvende bladeren. Het 'zonnerad' was gemaakt van deegwaren en bovenop kwam, ook van brood, de 'kukelhaene'. Aan het rad werden voorts lekkernijen en snoepgoed gehangen. Het geheel werd door schoolgaande kinderen rondgedragen onder het zingen van:

Palm palm Poasch'n,
loat de koekoek roaz'n,
loat de kiwiet zing'n,
dan krie't wi lekk're ding'n.

 

GOEDE VRIJDAG

 

Goede Vrijdag is de dag van de kruisdood van Jezus. Op deze rouwdag vindt er als enige dag van het jaar geen kerkdienst plaatst. Goede Vrijdag kenmerkt zich door een zeer sobere liturgie en door de kruisverering.

 

PASEN

 

Met Pasen wordt de weder opstanding van Christus herdacht. Maar om de kerstening te bevorderen werd de datum vastgesteld op feesten van heidense gebruiken. Oorspronkelijk was Pasen een vruchtbaarheidsfeest, bij de Germanen Ostara genoemd.  We vinden dit nog terug in het Duitse Ostern of het Engelse Easter. De naam Pasen bij ons heeft een joodse herkomst. Ook het joodse Pasen is een vruchtbaarheidsfeest. Zeker zal bij de Germanen ook meegespeeld hebben dat de levenskracht van hun doden overdraagbaar was. Oorspronkelijk werden deze feesten in de maand mei gehouden, bij de Romeinen en Germanen de maand van de vruchtbaarheid.
Tijdens deze vruchtbaarheidsfeesten werden vaak ook jonge takken of jonge bomen geplaatst waar omheen gedanst werd. De zogenaamde Meiboom. Ook werden en vuren ontstoken en werden er veel eieren gegeten. De eieren moesten in dagen natuurlijk wel eerst gezocht en geraapt worden. Nu halen we deze uit de buurtsuper en verstoppen we deze om het oude gebruik te simuleren. Vogelnesten leeghalen is er nu dus niet meer bij. Het eten van eieren kwam voort uit de overtuiging dat eieren (vruchtbaarheid) nieuwe levenskracht in het lichaam brachten en is van joodse afkomst. Ook de combinatie met de Paashaas is minder vreemd dan het lijkt. Hazen werden door Germanen gezien als "vruchtbaarheidsdier".

Meiboom
De Meiboom bestond feitelijk uit een staak met daarboven een rond 'heidens zonnerad'. Op de top hoort een haan te staan. Met de Meiboom ging het drie richtingen uit: een kinderfeest, een volwassenen festijn en de paasvuren.

Schuttersfeesten
Weinigen zullen bevroeden dat de schuttersfeesten, die nog steeds gehouden worden, afstammen van de Meiboom. De paal met het zonnerad en de haan in top dient nu voor het 'vogelschieten'.

Paasvuren
Vreugde vuren in het voorjaar; boze geesten verdrijven, kom je tegenwoordig ook alleen nog maar in het oosten van ons land tegen. Met de kerstening is de Meiboom versmolten in het paasvuur, immers heidense gebruiken gedragen zich niet naast het christendom. Maar daarmee is het verhaal nog niet verteld. Het paasvuur bestaat uit een grote stapel takkenbossen om een staak gebouwd. Soms vind je bovenin nog een zonnerad, maar door de kerstening vaker een pop die Judas (de verrader) moet voorstellen. Op deze wijze kon het gebruik wel door de beugel van de kerk. Tegenwoordig wordt de pop ook wel vervangen door een teerton.
Op eerste Paasdag wordt 's avonds bij zonsondergang de teerton aangestoken en de lekkende vlammen zorgen ervoor dat het "boaken" vlamvat. De paasvuren trekken nog steeds vele bezoekers naar de erven, buurtschappen en dorpen waar de paasvuren ontstoken worden.
In sommige andere regio's zijn deze vuren overgegaan in St. Jansvuren, waarmee het begin van de zomer, de zonnewende, gevierd werd.

 

KRUISDAGEN

 
De maandag, dinsdag en woensdag voorafgaande aan Hemelvaart zijn de Kruisdagen. Al sinds de 5e eeuw vindt er op deze dagen in de vroege ochtend een processie plaats waarbij de voorganger met een groot kruis voorop loopt. De processie gaat vooral langs akkers en door het veld om daarmee een goede oogst af te dwingen. Daarbij hoort ook boetedoening en smeekbeden voor een vruchtbaar jaar. Na het Tweede Vaticaanse concilie in het begin van de jaren zestig is het gebruik door de Kerk afgeschaft en werd het aan de bisdommen overgelaten om al of niet de Kruisdagen in ere te houden. In 2005 is zijn de processies in het Bisdom Roermond weer opnieuw geïntroduceerd, mede om daarmee aansluiting te behouden met de protestantse bid- en dankdagen. Na de Reformatie werden in de Protestantse Kerk de Kruisdagen vervangen door de bid- en dankdagen.
 

HEMELVAART

 

Het christelijke feest herdenkt hier het opnemen in de hemel van Jezus Christus en wordt op de 40e dag na Pasen gevierd.

Hemelvaart wordt op donderdag gevierd. Maar men was bevreesd voor de viering van Hemelvaart op donderdag omdat men dan veel regen en onweer in het komende jaar verwachte. Dit had zijn grondslag door het samengaan van Christus Hemelvaart en de donderdag. Donderdag is genaamd naar de Germaanse God van de donder en juist daarom boezemde dit extra angst in. In de Hemelvaartsmis worden daarom de vier evangelisten aangeroepen om het slechte weer te bezweren. 

 

PINKSTEREN

 
Wanneer we afgaan op joodse tradities dan vindt Pinksteren zijn oorsprong in een oogstfeest. In het Midden Oosten kan midden in de zomer de tarwe binnengehaald worden. In ons klimaat ons viel de oogst voor de eerste traditionele gewassen, zoals rogge, pas op 25 juli. Deze oogstfeesten worden in Raalte nog in ere gehouden met de "stoppelhanen".
Met het zomerfeest rond de langste dag van het jaar werden ook weer vreugdevuren ontstoken. Dit gebruik wordt in Bentheim, even ten oosten van Oldenzaal, in Duitsland, nog in ere gehouden.
Met de kerstening werd van dit heidense gebruik een christelijke feest gemaakt. De christelijke gemeenschap herdenkt met Pinksteren het neerdalen van Heilige Geest over de apostelen. Het wordt 49 dagen na Pasen gevierd.
 

KRUISVERHEFFING

03 mei
14 sep

03mei
De herontdekking en het terugvinden van het kruis van Christus wordt op 14 september gevierd, vandaag ligt het speerpunt op het terugkrijgen van het relikwie van de Persen in 625.

14 sep
Vandaag geen Heilige, maar een verering van het allerhoogst denkbare reliek wat de kerk bezit. Het kruis van Christus. Volgens legende zou dit kruis door keizerin Helena (18 augustus) en bisschop Marcarius zijn herontdekt. Dit wordt vandaag gevierd. Op het bidprentje zien we de vinders met het kruis.
De legende is van na 350 en de echtheid van het reliek is discutabel, maar de kerk ruimt er wel een verering voor in. Stukjes balk kwamen in Rome, Constantinopel en Jeruzalem terecht. Maar ieder wilde zijn deel, dus de stukjes werden steeds kleiner. Er kwam ruimte voor vervalsingen, door oorlogen raakten de stukjes verspreid, of zoek. 
Fragmentatie en legende, waar of niet waar, echt of vervalsing: de relieken worden gekoesterd. En zoals altijd/vaak volgens de kerk: Het is echt, onderzoek is niet nodig, geloven! Wetenschappelijk onderzoek met de C14 methode zou uitkomst kunnen brengen, maar dan valt wellicht het kruis van het voetstuk.

 

KERSTMIS / JOELFEEST

25 dec

Het Germaanse Joelfeest, is wat de naam al zegt: joelen of lawaai maken. Het doel was om hiermee de zonnerad (joelrad) weer in beweging te zetten. Het feest begon met de eerste volle of nieuwe maan na zonnewende, tot de eerste volgende nieuwe respectievelijk volle maan. Het feest duurde 12 nachten. Tijdens het concilie van 325 is het Joelfeest gekerstend en vastgelegd van 25 december tot 6 januari, ook 12 dagen.
Hoe belangrijk de feestmaand december is blijkt wel uit de aandacht die de Kerk gaf om de heidense gebruiken de kop in te drukken. Met het Joelfeest werd immers ook het nieuwjaar ingeluid op 25 december, een van de eerste dagen dat de dagen meetbaar langer werden.
Bij het Joelfeest hoort ook de verering van de god Wodan. De Kerk heeft met de Kerstening beiden uit elkaar getrokken en Sinterklaas de rol van Wodan gegeven. Meer hierover bij St. Nicolaas.
Het hierboven genoemde zonnerad vinden we in de christelijke traditie ook terug als advent of kerstkrans. Deze krans is voorzien van 4 kaarsen en elke week wordt er een nieuwe kaars bij aangestoken.
Dan is er nog het midwinterhoornblazen in Twente. Met een speciale hoorn wordt boven een put geblazen. Het versterkte geluid is daardoor in de wijde omgeving te horen. In Twente worden deze gebruiken nog steeds beoefend, al heeft het nu meer een toeristisch trekje gekregen.

Kerstmis staat voor de geboorte van Jezus. Maar eigenlijk zou zijn geboorte op 3 juli gevierd moeten worden. Op die dag zag hij voor het eerst z'n levenslicht. Tijdens een concilie te Nicea in 325 werd voor december gekozen om het Joelfeest te kerstenen. De boodschap van kerstmis: De kracht van nieuwe; de komst van de blijde boodschap. Vanuit dit standpunt moeten we ook even terugkijken naar de kerstening van de Europese heidense volkeren en gebruiken in die tijd. Volksfeesten werden door de kerk 'verchristelijkt'. De gebruikelijke Germaanse midwinter Joelfeesten; ja, ja; ook nieuw licht door het lengen der dagen, werden door de Kerk tactisch en met harde hand omgebouwd tot het kerstfeest. Dit was natuurlijk een gouden greep vanwege de combinatie van het nieuwe licht in Jezus geboorte en het nieuwe licht door het lengen der dagen. De hardleerse Middeleeuwse heidenen konden zo hun Joelfeesten houden, maar wel met een nieuw christelijk sausje.