Nederlands English Home Contact Disclaimer Sitemap Nieuw/New

WEERSPREUKEN

JANUARI


Bening, Simon; ca 1515; Da Costa Hours; Brugge
Morgan Library & Museum

GEDICHT

 

De bomen staan nog naakt,
hun winterdaagse ellende
verarmd, ijl en onaangedaan
gelijk een schooiersbende

(Guido Gezelle)


Januari komt ons verklaren,
dat men turf en hout moet sparen.
Daarna komt nog de tijd,
dat men op de schaatsen rijdt.

In de louwmaand mag het vriezen
stenen uit de grond.
De boer zal niet kniezen,
maar vindt het heel gezond.

De quintessens van Louwmaand is
De hinderlijke duisternis.
Het wil niet lekker helder zijn,
De hemel is een dik gordijn.
D'adventstijd is er om befaamd,
Maar Louwmaand maakt hem nog beschaamd.
Als dan de dampkring triestig morst,
Dan zegt men: "liever heldre vorst".
Alsof de vorst bij dag en nacht
Steeds helder weder medebracht!
Dan komt de vorst; maar ziet! alevel
Hangt toch alom een witte nevel.
De Louwmaand-vorst, van eeuw tot eeuw,
Kleedt zich in wolken damp en sneeuw.
Waarbij nog komt, wel opgelet!
De zon komt ook niet vroeg uit bed.
Zestien December hebt ge 't wonder:
De zon gaat al niet vroeger onder.
Dan wordt de middag beter; echter
Tot Nieuwjaar wordt het 's morgens slechter.
Van Kerstmis tot Driekoningenfeest,
(Zo is van ouds de spreuk geweest)
Vordert het slechts een haneschree,
En dan nog gaat het tree voor tree.
Men moet de twintigste afwachten,
Voor dat de zon opgaat voor achten.
Voorts is de Louwmaand soms wat "lauw",
Maar meestal komt er felle kou.
Uit het Noord-oosten een scherpe wind,
Die op het onverwachts begint.
Maar die als alle Oostervlagen
Uitbuldert in een drietal dagen.
De zeventiende is berucht,
Dan is de koude vaak geducht.
Is zeventwintig in de vorm,
Dan waait er ook een flinke storm.

(P. de Haas)

 

WEERSPREUKEN JANUARI

Als de muggen in januari dansen,
dan wordt de boer een bedelaar.
Januari warm,
dat de hemel zich erbarm.
   
In januari ziet de boer liever een wolf in het veld,
dan een ploeg.
Knapt januari niet van de kou,
dan zit men zomers in de rouw.
   
Geeft januari muggenzwerm,
dan hoort ge in Oogstmaand licht gekerm.
Knapt januari niet van de kou,
dan zit men in de oogstmaand in de rouw.
   
Als in januari de muggen zwermen,
dan kun je maart de de oren wermen.
Op een milde Januari volgt vaak een gure lente en een hete zomer.
   
Een winterse mug,
krijgt nog een dikke rug.
Nevel in januari geeft een nat vroegjaar.
   
Een hommel in januari,
brengt een goed wijnjaar.
Nevels in januari opgestaan,
brengen een natte lente aan.
   
Als de kat in januari in de zon zit,
ligt ze in februari achter de kachel.
In de louwmaand mist,
dan de lentemaand fris.
   
Zijn er januari veel mollen,
dan laat de winter niet met zich sollen.
Januari nevel tocht,
Februari kil en vocht.
   
Stoot de mol in Januaar, 
kijk van kou in mei niet raar.
Sneeuw met donder in januaar,
voelt men gans het jaar.
   
Als in januari de vorst niet komen wil,
dan zij zeker in april.
Als het in januari dondert,
wees voor ziekten niet verwonderd.
   
Als 't in Louwmaand mistig is, 
wordt de lentemaand heel fris.
Valt in januari veel regen,
dan brengt hij de vruchten een zegen.
   
De eerste zeven dagen des jaars zijn lotdagen Wast het gras in januaar,
voelt men het ganse jaar.
   
Draagt Nieuwsjaarsmaand een sneeuwwit kleed,
dan is de zomer zeker heet.
Wast het graan in januaar,
dan is de zomer in gevaar.
   
Geeft januari een sneeuwtapijt,
dan zijn we gauw de winter kwijt.
Wast het graan wél in januaar,
voelt men dit het ganse jaar.
   
Gelijk januari, zo ook juli. Groeide in januari het gras,
nooit de zomer goed en was.
   
Heeft januari koude en droge dagen,
dan zal in februari de sneeuw u plagen.
Als het gras groeit in januaar,
groeit het slecht het hele jaar.
   
Heeft januari koude en droge dagen,
dan zal in februari de winter u plagen.
Staat groen en fris het gras,
het hele jaar heeft vaak een schraal gewas.
   
In januari veel regen,
brengt de vruchten weinig zegen.
Vroeg gras, geen gras,
laat gras, genoeg gras.
   
In januari veel regen en weinig snee,
doet bergen, dalen en bomen wee.
Een nieuwe maan in januari,
eerste dag niet,
tweede dag iet,
derde dag, zo blijft de hele maand.
   
Is januari nat,
leeg blijft het vat.
Op een milde januari,
volgt vaak een gure lente en 'n warme zomer.
   
In januari weinig water brengt veel wijn. Geeft januari sneeuw en vorst,
vaak de boeren veel granen dorst.
   
In januari veel water brengt weinig wijn. Als januari ons brengt strenge vorst,
lijden we 's zomers geen honger en geen dorst.
   
Is 't in januari nat,
ledig blijven vuur en vat
Eind januari sterke vorst,
's Zomers noch honger, noch dorst
   
Is januari zacht,
dan krijgen lente en zomer veel groeiende kracht.
Januari zonder regen,
is voor de boeren een zegen.
   
Januari warm,
dat God zich erbarm.
Januari zonder sneeuw maar met veel regen,
brengt de boeren geen zegen.
   
Als de R is in de maand,
is het weer niet altijd meegaand.
Als het waait en vriest in de oktobernacht,
dan verwachten wij een januari zacht.
   
Een koude oktober, een zachte nieuwjaarsmaand. Winterzon maakt dat de vorst kraakt.
   
Als ik januari was, 
deed ik de ketel boven het vuur bevriezen.
 

MERKELDAGEN

 

01 jan

NIEUWJAARSDAG

Al  wat komt voor Nieuwjaarsdag,
is nog geen winterslag.
De dagen lengen op Nieuwjaar een vlooiensprong,
op Driekoningen een hertesprong,
op St. Sebastiaan een vol uur.
   
Valt op 1 januari sneeuw,
die in negen dagen niet verdwijnt,
dan ligt hij negen weken naar het schijnt.
De eerste dag van het jaar lengen een luizewentel,
De tweede dag een vlooiensprong.
   
Schijnt de zon op nieuwjaar,
dan wordt het een goed appeljaar.
Met nieuwjaar lengt de dag,
zoveel een haantje kraaien mag.
   
Nieuwjaarsnacht rein en klaar,
beduidt een vruchtbaar jaar.
De dagen langen te te Nieuwjare tijd,
dat de haan over een baaltje springt.
   
Krijgt men op Nieuwjaarsmorgen de zon, dan belooft dit veel appelen, en schijnt ze na den middag, dan veel peren.  
 

02 jan

MARCARIUS

Zoals het weer met Sint Markaar,
zo wordt september duf en klaar.
 

04 jan

 

 
De dagen van Nieuwjaar tot Dertiendag zijn gelingd,
binst dat 'n hond over 'n richel springt.
De dagen van nieuwjaar tot Drie Koningen lengen net zoveel als
een hondje over een hekje kan springen.

Vriest het in de elfde nacht,
zes weken vorst wordt er verwacht.
De elfde nacht na Kerstmis.

   
 

06 jan

DRIE KONINGEN

Als het vriest op dertiendag,
dan vriest het dertien weken lang.
Zoals de wind op Drie Koningen staat,
staat hij bijna het hele jaar.
   
Als 't Drie Koningen is in het land,
stapt de vorst in het Vaderland.
Met Drie Koningen lengt de dag,
zoveel een geitje springen mag.
   
Op Drie Koningen vangt de winter aan. Op Drie Koningen zijn de dagen gelengd,
gelijk een ruiter op z'n peerd sprengd.
   
De Drie Koningen doen de dagen lengen,
en de nachten strengen.
Met Drie Koningen lengen de dagen een haneschreeuw.
   
Driekoningen maken de brug,
of breken de brug.
 

13 jan

HILARIUS VAN POITIERS

Geeft St. Hilarius zonneschijn,
Weldra zal het kouder zijn.
Als het op Sint Hilarius vriest, 
de boer zes weken niest.
 

15 jan

PAULUS VAN THEBE

St. Pauwel is de eerste der drie harde koppen Met harde koppen, de harde vorst die omstreeks deze tijd kan voorkomen, worden Paulus van Theben (15-01), Antonius Abt (17-01) en Sebastiaan (20-01) bedoeld.
 

17 jan

ANTONIUS ABT

St. Anteunis met zijn vèrken,
Vader abt van Kouderkerken,
is er een die steeds verkiest,
dat het op zijn feestdag vriest.
Sint-Antonius met zijn varken, zoete naam Sebastiaan (20-01)
Koud en kil is 't in de kerken en bevroren ligt de baan
   
St. Antoon en St. Sebastiaan (20-01),
komen met het hardste van de winter aan.
St. Antonius komt over met hoog water,
of met een hard hoofd.
   
Met St. Teunis en St. Sebastiaan,
komen de hardste koppen eerst aan.
St. Antonius heeft een hard hoofd,
of een natte staart.
   
St. Antonius is een ijsmaker,
of een ijsbreker. 
Als het vriest op St. Antonius,
dan dooit het op St. Sebastiaan.
   
Met St. Antonius lengen de dagen,
zoveel als het eetmaal van een monnik
Maakt St. Antoon de brok,
St. Sebastiaan slaat ze stuk.
   
St. Antonius schoon en helder,
vult vat en kelder.
Maakt St. Teunis de brug,
St. Sebastiaan slaat ze stuk.
 

18 jan

PETRUS STOEL TE ROME

St. Petrus stoeltje koud,
wordt veertien dagen oud.
Sint Pieterstoel bevroren, 
een droog jaar geboren.
 

20 jan

SEBASTIAAN

Met St. Sebastiaan komen de harde koppen aan. Sebastiaan die het were maakt,
doet het vriezen dat het kraakt.
   
Sebastiaan was geen kniezer,
maar blijft een grote vriezer.
Met St. Sebastiaan komt de winter aan,
of hij is gedaan.
   
St. Bastje is een hard gastje. Vriezen op St. Sebastiaan,
Is op Lichtmis (02-02) gedaan.
   
St. Sebastiaan,
doet het sap in de bomen gaan.
 

21 jan

AGNES

Als Anges en Vincentius komen,
begint de winter weer te schromen,
dan is er weer nieuw sap in de bomen.
 

22 jan

VINCENTIUS

Geeft St. Vincentius zonneschijn,
dan is er hoop op koren en wijn.
Is het op Sint Vincentius zonneschijn,
zo zal er in de schuren koren zijn.
   
Vincentius zonneschijn,
brengt veel koorn en wijn.
 

25 jan

PAULUS BEKERING

Met. St. Paulus Bek,
legt de ekster haar eerste stek,
en het is nog geen eind mei,
of ze legt haar eerste ei.
Zinkt S. Paulus klaar, (heldere zonsondergang)
brengt een goed jaar,
Heeft hij wind,
Zo regent het gezwint.
   
St. Paulus schoon en klaar,
brengt een gezegend korenjaar,
Komt er sneeuw of regen,
dan komt een mager jaar ons tegen.
St. Paulus bekering met zonneschijn,
is goed voor vruchten, koren en wijn.
   
Op Paulus Bekering stijgt de winter te paard,
of hij breekt zijn bek met reuzevaart.
St. Paulus schoon en helder,
Goed voor schuur en kelder.
   
De wind die op St. Paulus heerst,
zal gans het jaar waaien.
Is St. Paulus klaar,
wacht dan op een heel goed jaar.
   
St. Paulus bekering klaar,
doet hopen op een heel jaar.
 

29 jan

SULPITUS

Geeft St. Sulpitius schoon ijs,
dan is de lente goed en wijs.
Als de liefhebbers vandaag op de schaats staan, zal het weer in het voorjaar van slag zijn.
 

30 jan

ALDEGONDIS

Dooien op St. Aldegonde,
vult kelder met een vloed van zonden.